Maak komaf met slachtofferdenken

“Only you and you alone can change your situation. Don’t blame it on anything or anyone.” (Leonardo Di Caprio)

We hebben allemaal kwetsende ervaringen meegemaakt, we zijn het slachtoffer geweest van pesters, een tierende partner of een manipulerende baas. Niemand kan dat verhelpen, het komt van buitenaf. Maar ‘slachtofferdenken’ is wél een keuze. Niemand kan dit beter uitleggen dan Edith Eva Eger. Zij was slachtoffer van de nazi’s op haar zestiende en moest dansen voor Mengele. Later werd ze psychologe en hielp ontelbare mensen. In ‘De Keuze’ deelt ze haar eigen ervaringen en de ervaringen van haar patiënten.

Edith Eva Eger definieert slachtofferdenken als “een manier van denken en zijn die star, verwijtend, pessimistisch, bestraffend en zonder gezonde beperkingen of grenzen is. We zitten vast in het verleden, we zijn niet in staat te vergeven. Wanneer we kiezen voor de beperkte denkwijze van het slachtoffer, worden we onze eigen gevangenisbewaker. “ (Eger, 2018 blz; 22)

Een goed voorbeeld van het verschil tussen ‘slachtoffer zijn’ en ‘slachtofferdenken’ is Nelson Mandela die na jaren gevangenschap ervoor kiest geen slachtoffer te willen zijn:

“Toen ik door de deur stapte naar de poort die me naar de vrijheid zou begeleiden, wist ik dat, als ik mijn bitterheid en haat niet achterliet, ik dan in een gevangenis zou blijven” (Nelson Mandela)

Maar hoe maak je komaf met slachtofferdenken?

Een eerste stap is in te zien dat dit soort denken en gedrag je niet vooruit helpt. Hoewel het wel zijn voordelen heeft: je kan je wentelen in het medelijden van anderen, je hoeft zelf niets te doen want het is allemaal jouw schuld niet…Je krijgt ook heel wat aandacht.  Handig toch?  Toegegeven, het heeft zijn voordelen, maar uiteindelijk is het toch niet fijn om op die manier in je leven te staan. En populair word je er niet van want mensen worden het uiteindelijk wel beu als je blijft alle verantwoordelijkheid van je afschuiven en je leven op die manier stillegt. Na een tijdje voel je je enkel nog meer een slachtoffer omdat men je ook begint te mijden. Zo geraak je uiteindelijk in een negatieve spiraal. 

Neem dus je leven in handen. Er is er maar één die de gevolgen van wat je overkomen is kan oplossen en dat ben je zelf. Je kan nog zo hartverscheurend roepen en tieren dat de pesters, bazen en partners… je zoveel hebben aangedaan, zij zijn het niet die ervoor zullen zorgen dat je kan herstellen. Het toverwoord is dus: ‘verantwoordelijkheid’:  door je eigen leven terug in handen te nemen pak je de daders ook terug want nu ben je niet meer in de ban van water gebeurd is. Hun macht over jou is gebroken.  En zo ben je helemaal slachtoffer af!

Leestip: Edith Eva Eger, De keuze, Leven in vrijheid, Amsterdam, 2018.

Verbeter je focus

Kan je je aandacht niet bij de les houden? En waarover ging die vergadering van afgelopen dinsdag weer? Word je vergeetachtig met de leeftijd? Of ligt het aan de afleidingen van de sociale media? En kunnen we er iets aan doen?

Mark Tigchelaar laat aan de hand van nieuw wetenschappelijk onderzoek en voorbeelden uit de praktijk zien hoe we weer grip op onze focus krijgen. Het effect is dat we weerbaarder worden tegen stress, productiever zijn en meer aanwezig in het nu. Rust, overzicht en controle. Ik haal er alvast wat inzichten en tips uit:

Ons brein werkt als een soort radar en het komt erop aan het optimaal af te stemmen om betere focus te krijgen. Dat je hersenen voortdurend signalen oppikken, besef je als tijdens een feestje plots ergens je naam hoort vernoemen. Men noemt dat ook het “cocktailparty-effect”. Je pikt niet zomaar alles op– dat Marlies zwanger is van haar vierde heb je namelijk niet gehoord. Enkel wat voor jou van belang was, werd doorgegeven aan je bewuste aandacht.  Daarom is het soms moeilijk om je te concentreren als er rondom je nog mensen bezig zijn met projecten waar jij ook aan werkt. Te vaak ben je afgeleid omdat je hersenen iets wat relevant is voor jou onder de aandacht brengen.

Om optimale focus te hebben is het belangrijk om ervoor te zorgen dat je hersenen optimaal ingezet worden. Dat wil zeggen, dat ze zich enerzijds niet mogen vervelen maar anderzijds is ook overprikkeling niet goed. Zo is het bijvoorbeeld goed om tijdens een lange vergadering poppetjes te tekenen. Als onze hersenen aan de informatie uit de vergadering niet voldoende uitdaging hebben, gaan ze afdwalen naar omgevingsgeluiden of we beginnen na te denken over onze boodschappen. Een simpel taakje zoals doodelen is net voldoende om onze hersenen alert te houden zonder af te dwalen. Maar het tekenen van een getrouw portret van onze baas of leerkracht is dan weer geen goed idee omdat we dan moeten gaan wisselen tussen de taken. Het tekenen van een portret vraagt immers teveel aandacht om te kunnen combineren met het luisteren naar de les of de vergadering zodat we voortdurend van de ene activiteit naar de andere moeten switchen, wat niet bevorderlijk is voor onze focus.  Want we kunnen maar één ding bewust tegelijk doen (vrouwen inbegrepen!)

En hoe zorgen we voor goede pauzes: niet door te gaan scrollen op social media of spelletjes te spelen op gsm.  Deze activiteiten ontspannen niet maar vragen om weer informatie op te nemen, meer focus dus in plaats van pauze.  Wat we beter doen is gaan dagdromen of wandelen, in ieder geval iets waar we onze aandacht niet gericht voor moeten inzetten. Dat maakt het achteraf weer makkelijker om te focussen.

Leestip: Mark Tigchelaar en Oscar de Bos, Focus aan/uit. Dicht de 4 concentratielekken en krijg meer gedaan in een wereld vol afleiding, Amsterdam, 2019.

Gebruik het Zeigarnik-effect om piekeren en uitstelgedrag aan te pakken

Bluma Zeigarnik was een Russische psychologe (1900-1988), die geheugenexperimenten deed om een veronderstelling van haar promotor -Kurt Lewin- te testen.  Kurt Lewin had namelijk op een terras in Berlijn gemerkt dat de obers nog goed wisten wat er geconsumeerd was aan tafeltjes die nog niet hadden afgerekend, maar vrijwel niets meer wisten van de klanten die al wel hun rekening hadden betaald. Zeigarniks experimenten toonden aan dat je beter onthoudt wat nog niet is afgewerkt. Dat klinkt ook heel logisch. Waarom zou je nog onthouden wat al gedaan is?  

Maar hoe kan dat je nu helpen met uitstelgedrag?  Wel, een van de verklaringen voor het Zeigarnik-effect is dat je je ongemakkelijk voelt als een taak niet af is. Je steekt als het ware die taak in je achterhoofd (waardoor je ’t beter onthoudt) en je ervaart een zekere spanning en onrust tot je de taak beëindigt wat terug ontspanning geeft.  Daardoor wil je telkens je notificaties checken als je een nummertje ziet verschijnen op je apps.  Daarom eindigen series vaak met een cliffhanger, zodat je zeker blijft kijken. Of daarom blijven we bingewatchen. En daarom val je niet in slaap als je blijft malen over een onafgewerkt probleem op je werk.

Je kan het Zeigarnik-effect handig gebruiken door volgende tips:

  • Om uitstelgedrag aan te pakken zorg je dat je al één stapje van de taak hebt gedaan. Zet de bal aan het rollen dus. Op die manier is het een taak die al gestart is en zal je de neiging hebben ze te willen afmaken.
  • Om piekeren te vermijden doe je net het omgekeerde:  zet op je to do lijstje dat je morgen (of een later tijdstip) gaat bedenken hoe je ’t probleem gaat aanpakken. Zo voel je de ontspanning van het voltooien van een taak (nl. je hebt een taak ingepland) en kan je het probleem voorlopig afsluiten.
  • Zorg voor meer rust in je hoofd door onnodige notificaties op je gsm uit te zetten.