Verbeter je gewoontes

Maak van geluk een gewoonte” (Emile Ratelband)

Nu we allemaal wat uit ons normale doen zijn door de ‘ophokplicht’ vanwege het Coronavirus is het misschien een goed idee om je gewoonten eens onder de loep te nemen: de goede én de slechte.

Wat zijn je dagelijkse routines? Welke positieve gewoontes mis je? Kan je ze vervangen door alternatieven? Maar nog belangrijker: welke slechte gewoontes zijn er nog wel en kan je die ook veranderen? Nu je toch al uit je normale ritme bent, is deze periode misschien een uitgelezen kans.

Maar hoe ontstaan gewoontes en waarom zijn ze zo hardnekkig? Charles Duhigg legt uit dat het ongeveer 21 dagen duurt om een gewoonte te installeren. Maar eens ze er is, wordt ze als gewoontelus in je hersenen afgedraaid. Deze lus verloopt in drie stappen: eerst is er een signaal -een seintje dat de gewoonte in gang zet-,  daarna is er de routine zelf gevolgd door een beloning. Als deze lus vaak genoeg doorlopen is, ligt de gewoonte min of meer vast. Je hersenen zijn dan als het ware geprogrammeerd.

Hoe ga je dan te werk om je gewoontes te veranderen? Volgens Duhigg is het bijna onmogelijk om de gewoonte uit te roeien maar je kan ze wel veranderen. Dat doe je door het signaal en dezelfde beloning te koppelen aan een nieuwe routine. Stel dat je bijvoorbeeld na een tweetal uur werken moe wordt (het signaal) en dan uit gewoonte even een tussendoortje gaat eten (de routine), waarna je weer energie krijgt (de beloning). Je zou in de plaats daarvan even een praatje kunnen gaan maken met je partner of een andere activiteit zoeken met hetzelfde resultaat.  Hou dan deze nieuwe gewoonte minstens 21 dagen vol.

Mogelijk heb je ook al ontdekt dat bepaalde gewoonten toch als vanzelf verdwenen zijn omdat het signaal zich niet voordoet. Sinds ik thuiswerk is mijn koffiegebruik bijvoorbeeld drastisch gedaald. Doordat ik collega’s geen koffie meer zie drinken, krijg ik zelf het signaal niet meer om telkens koffie te halen…

Leestip: Charles Duhigg, Macht der gewoonte, Waarom we doen wat we doen en hoe we dat kunnen veranderen, Amsterdam, 2015.

Geef een reactie