Het einde van het ‘pleonexia’-tijdperk?

“Wat we moeten doen is een veilige manier vinden om elkaar stevig te omhelzen” (Paul Verhaeghe)

De term ‘pleonexia’ komt van Aritistoteles en verwijst naar ongebreidelde groei.  Het is een soort ziekte, een onvezadigbare wens om altijd meer te verwerven… meer geld, meer bezit, meer macht…  De huidige coronacrisis kan erop wijzen dat ons ongebreideld consumentisme niet meer houdbaar is. Misschien moeten we de raad van Aristoteles terug ter harte nemen. Namelijk dat we het goede leven kunnen vinden door te kiezen voor het ‘juiste midden’.  Zo is ‘goed’  een afweging tussen ‘te veel’ en ‘te weinig’. Moed is het midden tussen lafheid en roekeloosheid. En spaarzaamheid is het midden tussen gierigheid en verkwisting. Door terug te kiezen voor het goede in plaats van altijd meer te willen kunnen we misschien beter uit de crisis komen.

In zijn boek ‘Houd afstand raak me aan’ plaatst Paul Verhaeghe de oorzaak én de gevolgen van de pandemie in een ruimere context. Hij betoogt dat we andere keuzes moeten maken op het vlak van economie, milieu en ten opzichte van elkaar.

Met andere woorden: de wereld staat op zijn kop maar we kunnen er beter uitkomen.

Leestip: Paul Verhaeghe, ‘Houd afstand raak me aan’, De bezige Bij, Amsterdam, 2020.

Heb jij ook last van ‘askholes’?

“The best advice I’ve ever received is: ‘No one else knows what they’re doing either’. (Ricky Gervais)

Askholes zijn mensen die voortdurend raad vragen maar uiteindelijk net het tegenovergestelde doen van wat je adviseerde. Dikwijls zijn het ook mensen die vragen stellen om de conversatie gaande te houden of aandacht te krijgen. En als jij antwoordt op hun vraag, dwalen ze af met hun gedachten, om daarna gewoon hun zin te doen.

Een van je vriendinnen is vrijgezel en vraagt je telkens opnieuw advies over hoe ze een geschikte partner zou kunnen vinden. Wat je ook voorstelt, niets lijkt haar te helpen. Ze neemt ook geen enkel initiatief, ze blijft gewoon klagen en aandacht vragen. Je bent het zat.

Hoe ga je met zo’n askhole om? Misschien wat provoceren en humor gebruiken? Dat zou er zo kunnen uitzien:

“Ik ben nu al bijna 30 en ik heb nog altijd geen lief. Het is hopeloos, ik vind nooit meer iemand. Wat denk je dat ik nog zou kunnen doen?”

 “Tja, als ik jou was zou ik nu toch eens nadenken over de voordelen van het vrijgezellenschap. Uiteindelijk doe je je zin, je hebt van niemand last. Ik vind dat je er gewoon maar eens van moet gaan genieten.”

Maar een askhole geeft niet zomaar op…

“Wat bedoel je? Besef je niet hoe eenzaam ik me voel? Wat doe ik daar dan mee?”

“Tja, dat is echt wel hopeloos hoor, ik denk dat je enkel maar in een hoekje kan gaan zitten huilen en wachten tot het overgaat. Ik zette vroeger triestige muziek op, zo kon ik me nog beter inleven in mijn verdriet. Eens goed huilen lucht ook wel op, denk ik.”

“Pff, aan jou heb ik ook niks”.

Wedden dat de askhole je voortaan met rust laat…  Of nog beter: misschien gaat ze eindelijk zelf eens initiatief nemen.

Leestip: boeken van Jeffrey Wijnberg over ‘provocatief coachen’.